Trapje op, trapje af

trapjeop copyDoor Eilard Jacobs

De tijd van onderhoud is gekomen, daarmee vertel ik natuurlijk niets nieuws. Maar op de wal is aan boord stappen heel wat meer werk dan als het schip in het water ligt. Je moet juist dan voortdurend het schip op en af.

Onze Odyssee is te groot voor de helling op de Diemerzeedijk, daar heb ik me maar bij neergelegd. Maar zo nu en dan moet je toch wel wat aan het onderwaterschip doen.

Daarvoor moet ik dan ergens anders zijn. Ik vind het best wel prettig om het schip 's winters bij de vereniging te leggen. Het is gezellig en natuurlijk ook goedkoop. Dus houd ik de werfbeurt graag kort en leg ik het schip 's winters in de haven. Het liefst helling ik in het najaar, dan weet ik zeker dat het onderwaterschip in goede staat de winter in gaat en dan kan ik in het voorjaar gelijk gaan varen wanneer de temperaturen weer draaglijk worden.

Het was even zoeken naar een werf waar ik terecht kon. Alle jachthavens met winterstalling op de wal hebben geen behoefte aan iemand die alleen maar even een weekje in de weg komt liggen. Maar bij scheepswerf Borsch in Zaandam kon ik gelukkig terecht. Dus zodra ik in Durgerdam de masten (het schip is een kits) plat en gestouwd had, op naar Zaandam. Ik moet zeggen dat ik het IJ niet vaak bevaren heb en ik begrijp nu ook wel waarom. Maar met goed stuurboordwal houden, achteromkijken en ponten in de gaten houden is het net zo’n vaarweg als een andere.

Het schip werd vlot gehesen, het weer was droog en recordwarm, dus ik ging gelijk aan de slag. Eerst beschadigingen bijwerken en primeren (niet veel gelukkig), dan antifouling. Eigenlijk is het onderwaterschip zo gedaan. Maar ook het bovenwaterschip, tot zeg maar het berghout (bergstaal in mijn geval), is veel makkelijker bereikbaar als het schip droog staat, dus ook daar aan de slag.




En daar ga je dan. Een ladder tegen het schip en naar boven. In de kajuit staan mijn verfspullen uitgestald. Eerst ontvetten, dan met de schuurmachine of de staalborstel roest verwijderen (oh nee, dat was toch geen roest, maar nog een oude menielaag) en dan primer erop. Ik heb inmiddels geleerd dat ik de spullen die ik voor het ontroesten gebruikt heb, gewoon beneden moet laten liggen als ik ga primeren. Want steevast kom ik dan nieuwe, dikwijls heel kleine, plekjes tegen die óók nog even kaal gehaald moeten worden. Dus ik laat de boormachine beneden liggen en klim weer naar boven voor primer en kwast. Weer beneden merk ik dat ik de oude lap ben vergeten om uitgeschoten verfstreken weg te wrijven. Dus maar weer naar boven en de lap gepakt. Weer beneden merk ik dat ik de schroevendraaier om het deksel van de verfpot te lichten nog boven heb laten liggen. Die opgehaald realiseer ik me dat ik natuurlijk ook de terpentine mee had moeten nemen, enzovoort.

Ik heb inmiddels de leeftijd bereikt van de kwaaltjes, en onwillige knieën horen daar ook bij. Dus na een aantal keer op en af doet het werk zich duidelijk voelen. Dat ga ik de volgende dag anders aanpakken. In de kajuit ga ik goed bedenken wat ik allemaal beneden nodig heb. Verf natuurlijk, lappen niet te vergeten, kwasten in een pot terpentine, afplakband, en oh ja, ik moet de schroevendraaier niet vergeten. Maar als ik daarmee allemaal in mijn armen naar de ladder loop doet zich een nieuw probleem voor. Ik moet me toch wel met één hand vasthouden (eigenlijk voel ik me pas veilig als ik met twee handen de ladder vasthoud), dus moet ik toch een paar keer op en neer om alles beneden te krijgen.

De volgende ronde bedenk ik wat slims. Ik stop alle spullen in de puts en laat die eerst naar beneden zakken en ga er dan zelf op de ladder achteraan. Dat putstouw heeft precies de goede lengte om vanaf het dek water te putsen, maar ja, het schip staat nu droog. Maar als ik vast een stukje naar beneden op de ladder ga staan en dan de puts pak lukt het wel. 

Opgelucht ga ik aan het werk, maar oh jee, daar zie ik toch nog een plekje. Het lijkt wel blank staal, dus ik moet eerst weer ontroesten en primeren. Nu dacht ik dat ik dat de vorige dag al afhad, dus de spullen daarvoor liggen weer keurig in de kajuit. Enfin, ik de ladder weer op, pak de spullen bij elkaar en ga weer naar beneden. Maar oh ja, dan heb ik ook stroom nodig en het snoer heb ik gisteren ook weer binnen gelegd.....

Na een paar dagen werken aan het schip begint het er allemaal best wel weer goed uit te zien. Dankzij het goede weer hardt de verf vlot uit en kan ik goede voortgang maken. Een bies vlak boven de waterlijn ziet er natuurlijk prachtig uit. Maar zowel de antifouling, de laag tussen bies en antifouling als de bies zelf moeten worden afgeplakt voor strak werk en dan ontkom je er niet aan dat je moet afplakken op lagen die nog maar een of twee dagen geleden zijn aangebracht. Het afplakken gaat goed, het plakband verwijderen wat minder, want er komt hier en daar toch nog wat niet uitgeharde verf mee. Dus weer plekjes om bij te werken, enzovoort.

En iedere keer weer de ladder op en af. Voor een volgende pot verf, voor een nieuwe rol afplakband, voor een schone doek, voor een fles thinner, voor een kop koffie en een boterham...Maar goed, binnen een week is het werk klaar, nog een dag de boel laten uitharden en dan kan het schip weer te water. Op naar de Diemerzeedijk, waar nog genoeg klussen te doen zijn, maar niet meer onder het berghout. Nu een paar dagen op een stoel revalideren met mijn benen omhoog.

Over ons

WSV 'De Watergeuzen' is opgericht in het jaar 1928. De vereniging beheert drie havens. De haven aan de Diemerzeedijk met het clubhuis en de winterstalling vormt het middelpunt van de vereniging. De twee andere havens zijn in Vinkeveen en in Durgerdam.

Search