Wanda Koch heeft eind vorig jaar allerlei herinneringen opgeschreven en ik heb haar naar aanleiding daarvan gesproken. Het ging over wedstrijden die vroeger werden georganiseerd en daarover hebben jullie in een vorige Geus het een en ander kunnen lezen. Daarnaast had Wanda ook van alles genoteerd over verre reizen die werden ge-maakt door diverse Geuzen op hun schepen, het studeren voor marifoonexamens en het bouwen van bootjes.
Ontdekkingsreizen
Midden jaren ‘70 begonnen Geuzen verder te kijken dan Nederland. Een aantal van hen ging via de Wadden de Oostzee bevaren, zoals Ronald en Ineke Mulder, de familie Kerkhoff en ook Wanda en haar man. Karel Beukenkamp - met zijn broer Jan regelmatig als opstapper - deed dat zelfs al eerder, in de jaren ’60.
In de jaren ‘80, meldt Wanda, stond de Oostzee nog steeds op het programma, maar men voer dan wat noordelijker, door Denemarken via de Limffjord. Engeland kwam ook in beeld. De zuidkust werd ver-kend en ook de Franse kust. De Shetland eilanden kwamen aan de beurt, Letland en de andere Baltische staten volgden.
Sommigen, zoals de familie van Mierlo, werden zelfs in Spanje gesignaleerd, en voor zulke tochten namen ze uiteraard langer de tijd dan de tot dan toe gebruikelijke vier weken. Iemand als Cees Traanberg heeft zelfs zijn schip in Zuid-Spanje voor overwintering achtergelaten en hij vervolgde in het seizoen erna zijn reis via de Caraïben, de VS en de Azoren, om daarna terug te keren naar Nederland, waarbij hij ervoor zorgde op tijd terug te zijn voor de tocht naar Den Briel.
Hieronder vind je een lijstje van wat Wanda zich herinnert van tochten van diverse leden.
De herinneringen van Wanda over verre tochten
Karel Beukenkamp ging met zijn Stokpaard en soms met broer Jan als opstapper en ook wel solo, naar de Oostzee. In de jaren ‘70 waren er meer Geuzen die dat deden. Zoals Ronald en Ineke Mulder met hun Mustang en de familie Kerkhoff met de kinderen en hond Boris.
Via het Kielerkanaal gingen Ger en Wanda Koch met hun dochters op de stalen Trewes naar de Oostzee.
In de jaren ‘80 waren er leden die via de Limffjord Denemarken doorstaken.
Bij Ger en Joke Janssen kwam Engeland in zicht aan boord van hun Circe. Jan en Hennie Mögelin hebben met hun Spetter (of was het de Hestia?) in Honfleur en Fécamp overnacht. Ger en Wanda Koch staken met hun dochters op de op 23 oktober 1982 in Vianen gedoopte Kalik de Noordzee over naar Ipswich.
Jan van Mierlo en Corrie Oudhof zeilden in 1993 met de Anna P naar de Oostzee, en Theo Bontrop deed dat met de Passion.
De Sobat met aan boord Cor en Janneke Fokke, stak in1995 Zuid-Zweden door via het Götakanaal. Vele jaren ervoor hadden Bouk en Ellen Wiebenga dit gedaan aan boord van de Shannon.
In 1995 lieten Jan en Corrie van zich horen toen ze met opstapper Bert de Brieder bij de Shetland eilanden op de Anna P zeilden. In 1996 gingen ze met wisselende opstappers naar de Baltische staten.
Om even wat dichter bij huis te blijven: er waren natuurlijk ook leden die hun vaarvakanties op de Wadden of in Zeeland doorbrachten. Daar kon je prima ervaring opdoen met het varen op stroom.
Marifoonstudie
In verband met de ambitie om langere tochten te maken, op zee met name, begon men eind jaren ‘70 na te denken over de noodzaak van een marifoon.
Jan Mögelin ging inventariseren wie er belangstelling voor had, herinnert Wanda zich. Twaalf tot vijftien schippers en hun partner schreven zich in. Bij Sailtron in Utrecht regelde Jan korting en met enorme bos-sen coaxkabels gingen de Geuzen in Durgerdam aan de gang. De Sailor RT 144 moest stevig worden ingebouwd, want hij mocht niet losschieten op momenten dat er flinke golfslag was.
Toen dat was gebeurd werd er een afspraak gemaakt met de dienst Maritieme Radiocommunicatie. Van deze dienst kwam iemand naar Durgerdam om de apparatuur te keuren. Een marifoonexamen werd aan boord afgenomen. Als je het haalde kreeg je je code, gekoppeld aan de naam van je schip.
Vier keer per dag voordat radio Scheveningen het weerbericht uitzond werd er een lijst opgesomd met nummers. Als jouw nummer genoemd werd kon je je melden en dan verbonden ze je door met de persoon aan de wal die jou wilde bellen.
Toen de GMDSS Module B erbij kwam heeft de man van Wanda op 3 februari 1997 zijn certificaat gehaald aan de Hogeschool van Amsterdam.
Er was ook nog een cursus Theoretische Kustnavigatie, gegeven door o.a. Ger Koch en Ben Start. Dat gebeurde één keer in de veertien dagen in een lokaal van een school waar Fred Zillig, als Wanda het zich goed herinnert, conciërge was. Men ging in de weer was met zeekaarten, stroomatlassen, getijtafels en passers en met koersliniaal, potlood en gum. Een half jaar lang werd er hard gestudeerd om uiteindelijk examen te kunnen doen. Een weekendje Hoorn met op zondag terug naar Durgerdam zuidwestenwind kracht 8 tegen, leverde ervaring op en zo gingen theorie en praktijk hand in hand.
De zeiltochten naar verre kusten die aan het begin werden genoemd, waren gebouwd op dit soort ervaringen en theoretische kennis. Ze werden niet zomaar ondernomen.
Het zelf bouwen van bootjes
Er werden in de zomer van 1976 gezamenlijk kleine zeilbootjes gebouwd, Optimistjes geheten. Dit gebeurde in de loods, toen alle in de winter gestalde boten weer in het water lagen. Er werden er zo’n stuk of acht gefabriceerd.
Frans Kerkhoff had voor dit project op de werkplaats van zijn baas de beschikking gekregen over de benodigde machines. Hij zaagde van triplex de bouwpakketten voor de bootjes, die op de mal door de va-ders werden afgebouwd.
Optimistje bouwen in de huiskamer van Wanda en Ger Koch
Ger Koch heeft er ook één gebouwd en wel in de huiskamer! Dat gebeurde in november, toen stond de loods natuurlijk alweer vol vanwege de winterstalling. De mal was er nog, dus dat ging prima. Het duurde, met hulp van de familie Kerkhoff, een paar dagen, en toen was het bootje klaar.
Wat opvalt aan dit verhaal is het samen opdoen van kennis en ervaring. Dat is tekenend voor alles wat ik tot nog toe van diverse mensen heb gehoord over het verenigingsleven bij de Watergeuzen tot in de jaren ‘90.
Pieta van het Veld