Ontmoetingen

texel haven

Plotseling een leuk berichtje op onze Watergeuzen Facebook-pagina: twee watergeuzen (Gijs van Noort en Peter Ridderikhof, met hun gezinnen) komen elkaar tegen in de haven van Texel. Weer zo’n toevallige (neem ik maar even aan) ontmoeting op het water, zoals je die ieder jaar wel hebt. Zelf ben ik lid van de vereniging Wadvaarders en op onze jaarvergadering in januari zeggen we altijd tegen elkaar: “tot van de zomer op het Wad”. 

Het komt er zelden van. De ervaring leert dat als je mensen in je eerste Waddenhaven ontmoet, je die vervolgens in alle andere Waddenhavens weer tegenkomt. Weer en getij geven kennelijk iedereen dezelfde impuls om maar weer eens van haven te verkassen. Maar omgekeerd kun je op die manier ook mensen die zowat gelijk met je opvaren niet tegenkomen: ze zijn a ijd net vertrokken als jij aankomt (of omgekeerd). Daar kán natuurlijk een reden achter zitten…. Ontmoetingen op het water kunnen natuurlijk ook afgesproken werk zijn. Dat gaat tegenwoordig met alle communicatiemiddelen makkelijk zat. In het pre-mobiele tijdperk probeerden we wel eens via de marifoon contact te leggen met vrienden die toch in de buurt zouden moeten zijn, dat lukte maar zelden.

Ontmoetingen met andere vaarders is een van de leuke dingen van bootjevaren, je hebt elkaar altijd wel weer wat te vertellen. Het is natuurlijk nog leuker als het echt een beetje onverwacht is. Zo lagen wij een keer als enige boot in de haven van Noordpolderzijl, toen ik vanaf de kade mijn naam hoorde noemen. Een collega-schipper, die echter die dag vanuit zijn woonplaats Groningen een fietstocht naar Noordpolderzijl en terug aan het maken was en plotseling een bekend silhouet langs de kade zag. Met wielerschoentjes aan boord stappen voor een kop koffie bleek trouwens nog een hele opgave.

Dat ontmoetingen en de daarbij behorende communicatie in vroeger tijden nog wel wat anders liepen illustreert onderstaande anekdote (verkort citaat) uit het boekje “Met de kloten voor het blok” van Hylke Speerstra:
Op een stille warme dag is het op het Heegermeer o zo gehorig. Schipper Sjoerd ziet varend op het Heeger Var in de verte de bolpraam van Japik al aankomen. De schippersfamilies hebben heel wat te bepraten en zo gauw ze binnen roepafstand zijn begint het gesprek: “Wat heb je in Japik?” “Berlikummer Spek” (uien) is het antwoord. En al gauw weet heel Heeg wat de schippers voor vracht hebben en ook dat er weinig aanbod was. In het voorbij varen kunnen ze al pratend verder, maar nog net op roepafstand vraagt Sjoerd: “Verder alles goed bij jullie?” Japik kan nog net terugschreeuwen: “NOU JA, ONZE HAITZE MOET ANDERHALF JAAR DE BAK IN, MAAR DAT WILLEN WE STILHOUDEN!”

Eilard Jacobs

Over ons

WSV 'De Watergeuzen' is opgericht in het jaar 1928. De vereniging beheert drie havens. De haven aan de Diemerzeedijk met het clubhuis en de winterstalling vormt het middelpunt van de vereniging. De twee andere havens zijn in Vinkeveen en in Durgerdam.

Search