Wedstrijduitleg in Durgerdam
Wanda, sinds 1974 lid, is in het verleden gaan graven en kwam veel moois tegen. Naar aanleiding van de prijzenkast in het clubhuis op de Diemerzeedijk heeft ze bijvoorbeeld het een en ander op een rijtje gezet over zeilwedstrijden die vroeger werden gehouden door De Watergeuzen, soms ook in samenwerking met andere watersportverenigingen. Naar aanleiding hiervan ben ik met haar gaan praten.
Onze Watersportvereniging heeft in het verleden veel gedaan aan het organiseren van jaarlijkse zeilwedstrijden vanuit Durgerdam. Deze vonden plaats op het Markermeer. De wedstrijden werden georganiseerd volgens de regels van het Koninklijk Nederlands Watersport Verbond (K.N.S.W.) en de International Yacht Racing Union (IYRU). Het SW-handicapcijfer speelde daarbij een belangrijke rol, want daardoor konden verschillende scheepstypen tegen elkaar wedstrijdzeilen. Het type boot bepaalt welk SW-cijfer je krijgt.
Volgens Wanda waren er verschillende Spirits 32 in de Vereniging, en die hadden SW 103.28. Een Kalik 30 kreeg 103. Een Jakon I-kruiser 120. Volgens Wanda had een langzamer schip een hogere getalwaarde. Op een SW-lijst van 1987 zie ik dat terug. Nog steeds worden SW-cijfers gehanteerd bij zeilwedstrijden. Lengte, breedte en zeilvoering zijn van belang, maar ook specifieke gegevens van een schip, zoals wel of geen motor of schroef.
Bij de wedstrijden van de Watergeuzen moest ieder deelnemend schip een sticker hebben met het SW-nummer. Het resultaat van een wedstrijd werd bepaald door de gezeilde tijd, uitgedrukt in seconden, te vermenigvuldigen met 100 en dan te delen door het SW-cijfer. Overigens zag ik in een Geus van december 1991 dat de hantering van de SW-cijfers tot flinke discussies kon leiden.
Maar hoe dan ook, er was nogal wat rekenwerk - de zogenoemde ‘rating’ - voor de leden van de wedstrijdcommissie, waaronder Ben Start. De wedstrijden waren op zaterdag en zondag. Op zondag moest het finishen toch wel rond 14 uur een aanvang nemen, zodat het rekenen kon beginnen en er niet te laat bekend werd wie de Geuzenwedstrijd dat jaar had gewonnen.
Een (wedstrijd)baan was in feite de route die gezeild moest worden. Er was een vijftiental banen vastgesteld, ieder schip had een kopie van de lijst met 15 banen aan boord. Aan het begin van een wedstrijddag werd bepaald welke baan gevaren moest worden, afhankelijk van de weersomstandigheden. Een voorbeeld: “Start - BVK bb - V2 sb - BVK sb - Finish 26,4 mijl. Wanda gaf me een waterkaart uit 1988 waarop ik alle banen kon vinden.
Wedstrijdbanen (1987)
Hoe wist je nou welke het was geworden? Op het startschip werd een bord omhooggehouden met het nummer van de baan van die dag. Duidelijk! Jan van Nijkerk deed dat vaak, volgens Wanda.
Bij het startschip bevond zich het startgebied. Vanaf het startschip tot een bepaalde boei was de startlijn, dat was tevens de finishlijn. Alleen bij harde of juist weinig wind werd de finish verplaatst. Binnen het startgebied kozen de schippers hun positie door middel van schoten met het kanon: een waarschuwingssein (10 minuten tevoren), een voorbereidingssein (5 minuten tevoren) en dan START! Wanda herinnert zich het gekrioel van de schepen daarbij.
Wedstrijdkanon, bij ingebruikname steigers Durgerdam (1985)
En dat kanon! Jan Mögelin was degene die, in Wanda’s herinnering, meestal het kanon bediende. Op 7 september 1985 is er een foto gemaakt van een feestelijke bijeenkomst op Durgerdam ter ere van de ingebruikname van de nieuwe steigers. We zien een rookwolkje, door datzelfde kanon geproduceerd. Het kanon zelf is nauwelijks te zien door die rook. Maar duidelijk is dat het niet alleen werd ingezet bij wedstrijden.
Wanneer de wedstrijden waren gedaan, werd het aan het eind van de zondag erg gezellig daar in Durgerdam. Ik stel me zo voor dat veel mensen bij elkaar in de kuip zitten, of in het gras, en dat men wat eet, drinkt en napraat. En intussen de wedstrijdcommissie maar rekenen....
Optimistenwedstrijd (1980)
Wachten op de prijsuitreiking Optimistenwedstrijd op de Durgerdammerdijk (1985)
Aan het eind van zo’n zondagmiddag werd dus bekendgemaakt wie er had gewonnen. Er is een foto van een dergelijke gebeurtenis, genomen op zondag 8 september 1985, na een Optimistenwedstrijd. En er is een foto van een bloemenuitreiking tijdens een feest in 1978 (het vijftigjarig bestaan) aan ‘prijzenwinnaars van het afgelopen seizoen’ door de heer Hofdijk, aldus de tekst achterop. Er staat nog meer: er zijn blijkbaar prijzen gewonnen in de 24-uurs race en in de Trintelwedstrijd.
Bloemenuitreiking (1978)
Nu zullen alle zeilers onder ons wel weten wat het verschil is tussen die twee, maar voor de niet-zeilers is enige uitleg misschien wel op zijn plaats. Een 24-uurswedstrijd is een wedstrijd die inderdaad 24 uur duurt, en op vrijdagavond begint vanaf verschillende startpunten langs het IJsselmeer. Er wordt gevaren op het Markermeer, het IJsselmeer of een baan over de Waddenzee. De route wordt door de schipper zelf bepaald aan de hand van de weersomstandigheden en de mogelijkheden van het schip. Echter de ‘rakken’ zijn hierbij bepalend. Rakken zijn door de organisatie gedefinieerde ‘routes’ van boei naar boei. Het gaat dus om strategisch zeilen. De finish is altijd in Medemblik. Bijna 1000 schepen doen daar aan mee. Wanda en haar man Ger waren vaak opstappers bij Jan en Hennie Mögelin op de Spetter of de Hestia. Blijkbaar deden redelijk wat Watergeuzen mee aan die 24-uur wedstrijden en ze wonnen ook wel!
De Trintel is een dagwedstrijd zoals de wedstrijden die door de Watergeuzen werden georganiseerd.
Tot zover het verhaal van Wanda over zeilwedstrijden.
Pieta van het Veld