Deze vaarzomer was een pechzomer voor ons en onze sleepboot Maria. Na een fantastische tocht van een uurtje of acht over de Randmeren - het weer was uitermate rustig en de zon scheen af en toe van achter een wolk, heel fijn na al die hitte - kwamen we aan bij Elburg.
Na anderhalve dag rust gingen we verder: via de IJsseldelta en het Ganzendiep zouden we de kop van Overijssel binnenvaren. Helaas, op zoek naar de ingang van het sluisje aan het begin van het Gan-zendiep raakten we - nog in de vaargeul! - wat keien en weldra bleek dat de oude gietijzeren schroef kapot was. De lage waterstand was ons fataal geworden. Op eigen - halve - kracht bereikten we het fijne haventje Bovendiep in Kampen, ons welbekend van eerdere tochten in dit gebied. We namen contact op met onze verzekeraar de EOC en de volgende dag werden we door een grote visserssloep uit Genemuiden (van de laatst overgebleven visser aldaar!) naar de werf van de familie Geertman in Zwartsluis gesleept. Daar bleek dat we een week zouden moeten wachten op een nieuwe schroef. Eerste vraag van de werfbaas was: “Heb je een reserveschroef bij je?” Nee dus. Zo kwam het dat wij een week fietsend doorbrachten in de prachtige omgeving van Sint Jansklooster, Blokzijl en Giethoorn.
Sint Jansklooster had een verrassing voor ons: vanuit het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten was er een prachtige tocht over de Beulakerwijde mogelijk, met een excursie naar een grote eendenkooi. Op een andere dag zijn we met de Ecoliner van Sint Jansklooster naar Blokzijl gevaren. In allebei de gevallen hebben we veel geleerd over de veenwinning, het ontstaan van de Beulakerwijde, het verdwijnen van het dorpje Beulaeke door de stormvloed van 1776 en de reden waarom er nu, vlakbij de eilandjes die daar liggen, een monument midden in het meer staat: een verbeelding van de verzonken kerktoren van Beulaeke.
De Wieden, wat een prachtig gebied! We waren er al een paar keer doorheen gevaren, door de Arembergergracht, en steeds verzucht dat we er toch eens wat meer moesten gaan rondkijken. Nou, dat hebben we nu gedaan. Overigens geldt hier: hoe minder diepgang, hoe mooiere tochten je kunt maken!
Op de terugweg vanuit Grou naar Zwartsluis voeren we via het kanaal Steenwijk-Ossenzijl. Ook daar was het prachtig, langs de rand van De Weerribben. Veel mooie ligplaatsen daar, en de mogelijkheid om het gebied in te fietsen.
Met Natuurmonumenten over de Wieden
Nou had die schroef niet echt kapot hoeven gaan, alhoewel we wel veel lekkerder varen met de nieuwe, trouwens. Maar het weekje fietsen was verrijkend. We hebben een heel mooi vaargebied ook van een andere kant leren kennen.
Pieta van het Veld