Met de Nehalennia naar de Hebriden, deel 3

480 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 01Dale Harbour.

Deel 3: Langs de west- en noordkust van Wales.

In de vorige Geus heb ik verteld dat ik na een mooie tocht door het Bristol Channel voor anker lag in Dale Harbour, een beschutte baai in het zuidwesten van Wales, wachtend tot de stevige en koude noordenwind wat zou luwen en ik langs de westkust van Wales een stuk naar het noorden kon varen. 

Na een dag wachten zag het er goed uit. De zon scheen weer overvloedig, de schuimkopjes waren verdwenen en omdat er bijna geen wind stond was het een stuk warmer dan de twee vorige dagen. Ik wilde naar Fishguard, een klein stadje aan de westkust van Wales. De vaargids adviseerde om even voor laagwater te vertrekken. Om kwart voor tien was het laagwater en om half tien heb ik de motor gestart en het anker opgehaald. Een kwartiertje later passeerde ik de imposante kaap met de vuurtoren aan de monding van de rivier de Cleddau. Daarna kwam er nog een grote kaap en toen ik die gerond had, had ik het Bristol Channel verlaten en voer ik in het Saint George Channel, de zuidelijke ingang van de Ierse Zee.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 02De imposante kaap bij de monding van de Cleddau.

Aan het begin van het Saint George Channel lag een archipel van eilandjes die deel uitmaakte van een beschermd natuur- en kustgebied, het Pembrokeshire National Park. De enige bewoners waren zeevogels en zeehonden. Omdat het er wemelde van de rotsen en het in de nauwe doorgangen zeer hard kon stromen, werd in de vaargids de vraag gesteld wat verstandiger was: om de eilandjes heen varen of ertussendoor? Het advies was om dat laatste alleen te doen als er weinig wind stond en het tij nog niet hard liep. Omdat de ebstroom nog maar net op gang was gekomen en er ook buitengaats nauwelijks wind stond besloot ik om tussen de eilandjes door te varen.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 03Voor de indrukwekkende rotskust van het Pembrokeshire National Park word ik gepasseerd door een parkwachtbootje.

Spijt van mijn beslissing had ik bepaald niet. De nauwe doorgangen, waarin het hard stroomde en veel rotsen lagen, vereisten een nauwkeurige navigatie. Soms moest ik de motor bijna op volle kracht zetten om tegen de kolkende stroom in te kunnen komen, maar het uitzicht op de grillige, vaak gelaagde en schuin staande rotsformaties was fantastisch. Miljoenen jaren geleden moeten zich hier woeste taferelen hebben afgespeeld. Een paradijs voor geologen. Op de kliffen liepen op deze zaterdagmorgen behoorlijk wat wandelaars, gewapend met nordic-walkingstokken, en hoog boven me op het uitzichtpunt op de hoogste klif sloeg een groepje mensen mijn verrichtingen gade.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 04Schuinstaande, gelaagde rotsformaties aan de kust van het Pembrokeshire National Park. Rechtsboven wat wandelaars.

Toen ik de eilandjes achter me had gelaten werd het een stuk rustiger. Ik had weliswaar nog steeds de ebstroom tegen, maar erg hard liep die hier niet en na een paar uur varen kreeg ik stroom in de rug. Het uitzicht op de kust was ook hier schitterend. Stukken klifkust, imposante kapen en kleine baaitjes met hoge heuvels erachter wisselden elkaar voortdurend af, Aan het eind van de middag kwam de hoge kaap in zicht waarachter de baai van Fishguard verscholen lag. Volgens mijn vaargids was de haven zeer pittoresk en toen ik de baai indraaide kon ik dat volledig beamen. Van alle havens die ik tot dan toe bezocht had, waren deze en die van Dartmouth de mooiste. De haven lag in een smal dal waarin een riviertje uitmondde. Aan weerskanten liepen de ruim honderd meter hoge oevers steil op, De noordelijke oever was rotsig en vrij kaal, de zuidelijke bebost en helemaal boven stonden een paar fraaie villa’s en lag het stadje. Voor de hoge kliffen aan de noordkant was een lange natuurstenen kade met een rij schilderachtige, witte huizen.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 05Kade langs de haven van Fishguard.

Aan de noordkust van Cornwall had ik maar één haven bezocht omdat alle andere havens droogvielen en mijn schip er op hard zand en stenen tegen een kademuur zou moeten staan. Droogvallen tegen een kademuur doe ik liever niet, maar in Fishguard had ik weinig keus. Ik had ook een meerboei kunnen opzoeken, maar omdat ik geen brood, fruit en verse groente meer aan boord had wilde ik een bezoek brengen aan de supermarkt en daarom wilde ik langs de kade liggen. Andere havens die ik in een dagtocht kon bereiken waren er langs de westkust van Wales simpelweg niet.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 06Vissersbootjes en jachten in de haven van Fishguard.

Volgens de vaargids was de haven van Fishguard tussen twee uur voor en twee uur na hoogwater toegankelijk. Toen ik er aankwam was het net hoogwater geweest en stond er nog 2,2 meter water, ruim voldoende dus. Omdat er overal schepen aan meerboeien lagen, had ik niet veel manoeuvreerruimte. Via de marifoon had ik geprobeerd om aan de havenmeester te vragen waar ik kon liggen, maar ik kreeg geen contact. Aan de kade was het druk bezet met kleine vissersbootjes, maar helemaal aan het begin, direct na de haveningang en vlak voor een zeiljacht dat er net was aangemeerd, was nog een plekje. Toen ik ernaartoe draaide heb ik aan een visser die net van zijn bootje afstapte gevraagd of ik daar kon liggen. Geen probleem, hij zou me wel even helpen bij het aanleggen. Er was een trapje en daar moest ik met mijn mast precies voor gaan liggen. Aan beide kanten van het trapje hingen staven met losse ringen waar ik mijn voor- en achterlijn doorheen kon halen. Mijn enige ervaring met droogvallen tegen een kademuur was in de getijdehaven van het Zeeuws-Vlaamse Paal. Om ervoor te zorgen dat mijn schip niet om kon vallen had de havenmeester mij toen geadviseerd om een lijn om mijn mast te doen en die vast te maken aan de wal. Dat wilde ik hier ook doen. Ik heb daarom aan de mast twee lijnen vastgebonden en die door de ringen gehaald.

Toen mijn schip veilig lag aangemeerd, vroeg ik aan de visser waar ik een supermarkt kon vinden. Als ik wilde kon ik met hem meerijden, dan zou hij mij ernaartoe brengen. Britten stellen zich meestal snel voor en toen ik in zijn auto stapte gaf de visser me een hand en zei hij dat hij Robert heette. Hij had zijn hele leven in Fishguard gewoond en was al vanaf zijn 14e visser. Over een paar jaar wilde hij ermee stoppen. Toen hij me bij de supermarkt had afgezet, bood hij ook aan om me terug te brengen, maar dat vond ik te veel van het goede. Nadat ik hem hartelijk bedankt had en boodschappen had gedaan, ben ik door de schilderachtige straatjes met vaak geel, wit en paars geverfde huizen, de ruim honderdvijftig meter hoge klif afgewandeld.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 07De haven van Fishguard van bovenaf gezien, met precies in het midden de Nehalennia.

Ik had de hele dag op de boot gezeten en dus nauwelijks gelopen en de dag ervoor waren mijn wandelingen niet langer dan een meter of negen. Daarom wilde ik even flink de benen strekken. Toen ik terug wandelde van de supermarkt had ik gezien dat er op de plek waar het riviertje in de haven uitmondde een lommerrijk wandelpad begon dat langs het riviertje leek te lopen. Na het eten ben ik naar het pad toe gewandeld. Het liep door een bos dat op een steile helling lag. Links liep het riviertje en aan de overkant van de smalle vallei wisselden kleine stukje bos en weilanden die tegen de heuvels lagen elkaar af. Schitterend!

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 08Doorkijkje vanaf het bospad bij Fishguard.

Aan het begin van het pad stond een bord met informatie over het bos en de dieren die er leefden. Het was honderden jaren oud en werd aan zijn natuurlijke lot overgalaten. Toen ik een halve kilometer had gelopen leek dat laatste ook te gelden voor het pad. In het begin was het geasfalteerd en had het ook in het Vondelpark kunnen liggen, maar gaandeweg werd het meer een woudloperspaadje. Eerst liep het vrijwel naast het riviertje, maar toen het wat begon te klimmen werd het steeds modderiger en smaller. Soms was het niet meer dan een voet breed en moest ik uitkijken dat ik niet van de steile helling afgleed, en zo nu en dan waadde ik door kleine beekjes. Vaak moest ik over omgevallen bomen klauteren en struiken wegduwen. Ik merkte dat ik al bijna boven was en hoopte daar via een landweggetje weer terug te kunnen lopen, maar toen het pad bijna helemaal overwoekerd werd door braamstruiken, ben ik omgekeerd.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 09Het bospad wordt steeds slechter, omgevallen bomen en struiken versperren voortdurend mijn weg.

Op de terugweg passeerde ik niet ver van het stadje een trap, en toen ik die had beklommen had ik een schitterend uitzicht over het rivierdal en de haven. Ver onder me zag ik mijn schip liggen of, beter gezegd, staan, want de haven lag bijna droog. Toen ik weer beneden was zag ik dat het een beetje naar de havenkant overhelde. Ik was blij dat ik de mast had vastgebonden, anders zou het waarschijnlijk zijn omgevallen. Nadat ik me ervan had vergewist dat het schip veilig op zijn kiel steunde, ben ik naar het clubhuis van de jachtclub gegaan om mijn havengeld te betalen. Roger had me verteld dat zijn vrouw ’s avonds achter de bar stond en toen ik binnenkwam werd ik direct begroet met “Hello Jep”. Mijn voornaam is voor de meeste Britten onuitspreekbaar, alleen als ze de voetballer Jaap Stam kennen, die voor Manchester United heeft gespeeld, wil het met de uitspraak nog wel lukken. Het havengeld was 6,5 pond, vergeleken met de vaak meer dan 25 pond die ik elders moest betalen een schijntje, maar de vrouw van Roger en de andere clubleden zeiden dat ik niets hoefde te betalen. Onder het genot van een lokaal gebrouwen Welsh Ale heb ik gezellig zitten praten.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 10Avondstemming in de baai van Fishguard.

Toen ik weer terug was op de boot stond die nog steeds scheef. Mezelf voortbewegen op een hellend schip is geen enkel probleem, als ik hoog aan de wind zeil, is de helling vaak nog veel groter. Maar slapen op een hellend schip, hoe zou dat gaan? Toen ik in mijn slaapzak kroop rolde ik naar bakboord, maar door mijn hoofdkussen schuin tegen de wand te leggen, lag ik toch redelijk comfortabel. Toen ik na een paar uur wakker werd hoorde ik het water tegen de boot kabbelen en nog wat later merkte ik dat het schip al bijna recht lag.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 11Afscheid van Fishguard.

Het was rond zessen hoogwater en omdat er alleen tot twee uur daarna voldoende water stond om de haven te kunnen verlaten, wilde ik om 7 uur opstaan en daarna zo snel mogelijk vertrekken. Toen de wekker afging heb ik direct de dieptemeter aangezet. Er stond nog ruim 2 meter water, maar toen ik me aankleedde ging het dieptealarm af, een teken dat de diepte minder dan 2 meter was geworden. Mijn boterhammen voor het ontbijt en de lunch had ik de avond ervoor al gesmeerd en omdat er vrijwel geen wind stond, kon ik makkelijk op het water koffie zetten. Ik heb snel de motor gestart en de lijnen losgegooid, en even voor half acht, toen het water gezakt was tot 1,70 meter, heb ik afscheid genomen van dit schitterende haventje.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 12Kust tussen Fishguard en Aberystwyth.

Mijn volgende bestemming was een universiteitsstadje met de onuitspreekbare naam Aberystwyth. Rogers vrouw had me verteld dat “ystwyth” in het Welsh “monding” betekent. De meeste Engelsen, die de naam ook niet kunnen uitspreken, noemen het daarom maar gewoon Abermound. De weersomstandigheden waren vrijwel hetzelfde als de dag ervoor: bijna geen wind, overvloedige zonneschijn en een vrijwel strakblauwe hemel. Maar ik had wel gezien dat de barometer wat was gezakt en dat gaf mij de hoop dat er na de middag een zeebries zou opsteken. In Zeeland kon je daar bij dit soort hogedrukweer bijna de klok op gelijk zetten. Rond half twee kwam daar de zeewind, en ook hier was dat het geval. Hij was net sterk genoeg om te kunnen zeilen.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 13Vlak voor Aberystwyth word ik gepasseerd door een vissersboot.

Op zee was het zeer stil. Bij Fishguard voeren nog wel wat visbootjes, maar daarna heb ik lange tijd geen schip meer gezien. Ook wat betreft de zeevogels was het zeer rustig. Meeuwen waren er bijna niet, soms zag ik een jan-van-gent en een enkele keer scheerde er een noordse stormvogel om de boot. Niet ver van Aberystwyth veranderde dat plotseling. Ik zag zwermen stormvogeltjes om me heen die voortdurend het water in doken, het waren er zeker honderden. Toen ik goed keek zag ik dat het water waar ze in doken erg onrustig was. Er sprongen allemaal kleine zilverkleurige visjes naar boven. Ze probeerden waarschijnlijk te ontkomen aan de vraatzucht van een school makrelen, maar nu stonden ze op het menu van de stormvogeltjes.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 14Aangemeerd in Aberystwyth.

In de buurt van Aberystwyth werd het wat drukker. Er zeilden een paar jachten en er passeerde een vissersboot. De zeewind liet het helaas steeds meer afweten en het laatste uur had ik weer de motor nodig. Ook deze haven was een getijdehaven, maar omdat het bijna hoogwater was, kon ik er gemakkelijk binnenlopen. Ik probeerde de havenmeester op te roepen om te vragen waar ik kon liggen, maar ik kreeg ik geen antwoord. Aan de eerste steiger van de vrij grote marina zag ik een lege plek, waar ik ben gaan liggen. De eigenaar van een Brits jacht dat naast me lag vertelde dat de havenmeester al naar huis was en hem had gezegd dat de steiger waar onze schepen lagen, bestemd was voor gasten. Ook hij stelde zich direct voor en vroeg hoe ik heette. Zijn zoon was net de kajuit uitgekomen om zijn vader een biertje te overhandigen, maar dat werd gelijk aan mij doorgegeven.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 15Gebouwen van de University of Wales op de boulevard van Aberystwyth. Rechts de stadskerk.

’s Avonds heb ik de kasteelruïne bezocht die ik vanaf zee had zien liggen en ik heb een mooie wandeling gemaakt over de schitterende, kilometerslange boulevard met zijn pier en goed geconserveerde Victoriaanse huizen. Vlak erachter stond de stadskerk, waar ik ook even een bezoekje aan heb gebracht. De dominee die er rondliep omdat er net een kerkdienst was gehouden, schudde me vriendelijk de hand en vertelde het een en ander over de geschiedenis van de kerk.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 16De boulevard van Aberystwyth beschenen door de avondzon.

De volgende morgen wilde ik naar Pwllheli, de laatste haven aan de westkust van Wales en de enige die bij alle getijstanden binnengelopen kon worden. Over de haven van Aberystwyth meldde de vaargids dat die tot 4 uur na hoogwater uitgevaren kon worden. Het was om tien voor zeven hoogwater. Dat betekende dus dat ik in ieder geval voor tien voor elf moest vertrekken. Maar toen ik de volgende morgen aan de havenmeester vroeg tot wanneer ik het beste de lijnen los kon gooien, adviseerde die om dat op zijn laatst om half elf te doen. Om geen risico te lopen wilde ik uiterlijk om tien uur het ruime sop kiezen.

Omdat ik veel op de motor had gevaren, moest ik eerst nog tanken. Net voordat ik naar de brandstofsteiger wilde varen, meerde daar echter een jacht aan dat ook brandstof nodig had. Het tanken ging redelijk snel, maar daarna moesten de eigenaar en de havenmeester naar het havenkantoor om af te rekenen en voordat de havenmeester weer terug was en het jacht was vertrokken, waren er zeker twintig minuten verstreken. Ik voer daarom pas om tien voor half elf de haven uit, wat later dan ik had gewild maar nog altijd tien minuten voor de tijd die de havenmeester als uiterste vertrektijd had genoemd. In de haven stond nog ruim drie meter water en toen ik tussen de pieren voer op de plaats waar volgens de plotterkaart de drempel lag die bij eb droogviel, gaf de dieptemeter aan dat het er twee meter diep was. Er kon me dus niets meer gebeuren, maar ik had toch iets te vroeg gejuicht. Precies op het moment waarop ik volgens de kaart in dieper water voer, hobbelde de kiel even over de harde bodem. Was ik hier een paar minuten later geweest, dan was ik hoogstwaarschijnlijk vastgelopen. De elektronische kaart klopte dus niet, de informatie in de vaargids was overduidelijk onjuist en wat de havenmeester had gezegd klopte ook niet.

Wat de weersomstandigheden betreft wordt dit een wat eentonig verhaal. Weer was het zeer zonnig en stond er de eerste uren nauwelijks wind. Maar om half twee stak de zeebries weer op en ik kon tot aan Pwllheli lekker zeilen. Het uitzicht op de kust werd gaandeweg steeds mooier. De heuvels langs de kust werden hoger en bergachtiger en in het noorden waren de bijna 1000 meter hoge grijze toppen van de Snowdonians te zien. Pwllheli lag aan een diepe baai aan de oostkant van het schiereiland Lleyn. De haven, een grote, goed geoutilleerde marina, lag in een kreek met wat duintjes en recreatiewoningen eromheen. Vooral bij de ingang stond veel stroom. Via de marifoon kreeg ik een plekje toegewezen. Omdat het aan een van de hoofdsteigers lag waarover veel mensen liepen, kwamen er voortdurend vriendelijke Britten langs die vroegen waar ik vandaan kwam en waar ik naartoe wilde. Aan aanspraak dus geen gebrek en dat was de hele reis al zo. ’s Avonds ben ik naar de supermarkt gefietst en heb ik even het stadje verkend. Een aardig plaatsje, maar geen wonder van schoonheid.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 17Pwllheli.

De volgende dag ben ik weer in de loop van de morgen vertrokken. Het was weer fraai zomerweer en wind stond er bijna niet. Om het schiereiland LLeyn te kunnen ronden moest ik eerst een paar mijl naar het zuiden en vervolgens naar het zuidwesten. Daarna volgde er zeer imposante, schitterende kaap en toen ik die gerond had, kon ik weer naar het noorden koersen, richting Caernarfon, een middeleeuws vestingstadje aan de Menai Street, het vaarwater tussen het vasteland van Wales en het eiland Anlesey, voor de noordwestpunt van Wales. Tussen de kaap en het eilandje dat er vlak naast lag stond een fikse stroom, helaas pal tegen, zodat ik even de motor op bijna volle kracht moest zetten. Daarna stelde de tegenstroom niet zo veel meer voor en een paar uur later kreeg ik de vloedstroom in de rug. De kust was weer zeer afwisselend. Hij bestond voor het overgrote deel uit hoge kliffen en kleine door imposante rotsblokken afschermde baaitjes met zandstrandjes waar het behoorlijk druk was met zwemmers en zonaanbidders.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 18Eilandje ten zuiden van Pwllheli.

Zoals ik al eerder heb verteld, moet je in de Britse en Ierse wateren goed uitkijken voor vissersboeitjes, vooral voor de boeitjes die met een ongeveer drie meter lange lijn met elkaar zijn verbonden. De zee is natuurlijk heel groot en de kans dat je precies tussen twee boeitjes doorvaart is heel klein, maar als het gebeurt, zit je flink in de problemen omdat de lijn dan voor je kiel, scheg of staartstuk van de schroef hangt. Bij de eerste kaap lagen flink wat boeitjes, het leek wel of de vissers ze met opzet precies in de doorgangsroute hadden gelegd, en een paar keer moest ik even mijn koers verleggen. Daarna kwam ik er urenlang geen meer tegen, en omdat hier geen havens lagen verwachtte ik dat dat voorlopig zo zou blijven. Voortdurend de zee afspeuren is bijna ondoenlijk, zeker als je alleen bent, maar om de paar minuten keek ik toch goed om me heen. 

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 19Rotskliffen en kleine baaien wisselen elkaar voortdurend af.

Blijkbaar was ik toch even te laat, want de snelheid nam plotseling af en toen ik naast het schip keek zag ik aan beide zijden van het schip een boeitje hangen. Waar ik al bang voor was geweest, was gebeurd, ik was precies tussen twee boeitjes doorgevaren! De lange lijn waar ze aan vastzaten stond helemaal strak. Als hij voor de kiel hing had ik door achteruit te varen waarschijnlijk wel kunnen loskomen. Maar omdat ik niet goed kon zien waar de lijn precies hing en koste wat kost wilde voorkomen dat hij in de schroef terecht zou komen, heb ik de motor onmiddellijk in zijn vrij gezet. Ik zag maar één oplossing: eerst de lange lijn doorzagen zodat er geen spanning meer op stond en dan een van de boeitjes zover boven water halen dat ik de lijn waarmee ze verbonden waren ook kon doorzagen. Ik heb snel de ijzerzaag gepakt, de lange lijn boven water getrokken en hem doorgezaagd en hetzelfde gedaan met de lijn tussen de twee boeitjes. Het ging veel makkelijker dan ik had gedacht en binnen vijf minuten was ik weer los. Het was natuurlijk vervelend voor de visser en het verlies had ik graag willen vergoeden, maar er stond geen registratieteken op de boeitjes. Ik hoopte dat dit soort akkefietjes me tijdens de rest van de reis bespaard zouden blijven, maar mocht het nog een keer gebeuren dan wist ik wat me te doen stond.

Ik heb de rest van de tocht wat vaker het water afgespeurd, maar boeitjes zag ik pas weer toen Caernarfon in zicht kwam. Wat nu de meeste concentratie vergde was het binnenvaren van de ingang van de Menai Strait. Die slingerde tussen een aantal uitgestrekte zandbanken en de drempel in de toegangsgeul viel bij eb droog. Omdat de geul zich voortdurend verplaatst, adviseerde de vaargids om niet te veel op de kaart te vertrouwen maar op de boeien. Maar er werd ook bij gezegd dat die zo ver van elkaar lagen dat ze bijna onvindbaar waren. Dat klopte. Toen ik de eerste ton passeerde, was de volgende nog nauwelijks te zien, hoewel het helder weer was. Ik had dan ook voortdurende mijn verrekijker nodig. Veel lokale watersporters varen bij voorkeur de Menai Strait in als het water laag staat. Dan staan de zandbanken droog en kun je dus precies zien waar de geul loopt. Omdat ik niet het risico wilde lopen dat de toegangsdeur tot de haven van Caernarfon gesloten zou zijn omdat het waterpeil te laag was, had ik mijn tocht echter zo gepland dat ik er voer toen het bijna hoogwater was.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 20De middeleeuwse stadsmuren van Caernarfon en het Castle met daarachter de Snowdonians.

De nadering van de stad was schitterend. Vlak naast de haveningang stonden de middeleeuwse stadsmuren en daarboven verhief zich het Caernarfon Castle. Daarachter staken de bijna 1000 meter hoge toppen van het Snowdonian gebergte scherp af tegen de staalblauwe hemel.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 21Caernarfon Castle.

De volgende dag ben ik rond de stadsmuren gelopen, die de hele oude binnenstad omsloten, en heb ik uren in het immense kasteel doorgebracht. Het was oorspronkelijk een dwangburcht, gebouwd rond 1300 om de bevolking van Wales, die zich verzette tegen de Engelse overheersing, onder de duim te houden. De bouwkosten moesten door de bevolking zelf betaald worden. Veel meer dan een goed geconserveerde ruïne waarvan bijna alleen de muren en torens nog helemaal in takt waren, was er van het kasteel niet over. Omdat het maar liefst twaalf grote torens had waarop weer kleine torentjes stonden, viel er heel wat klimwerk te verrichten. Dat leverde iedere keer weer mooie uitzichten over de stad en de rivier naast het kasteel en op de Snowdonians op. In de ruimtes die nog in takt waren, was een militair museum over de geschiedenis van het Welsh Regiment. Verder werd het kasteel gebruikt voor de inauguratie van de prinsen van Wales, de laatste keer ruim 50 jaar geleden toen de toen 22-jarige kroonprins Charles er tot prins van Wales werd benoemd. Toen ik in de supermarkt was hoorde ik voor het eerst bijna iedereen Welsh spreken, een zeer zangerige taal met veel rollende “r’s” en dezelfde “g” als de Nederlandse.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 22Het beklimmen van de torens van Caernarfon Castle levert iedere keer weer schitterende uitzichten op.

De volgende morgen heb ik koers gezet naar het volgende middeleeuwse stadje met ook weer zo’n middeleeuwse dwangburcht en oude stadsmuren: Conwy, aan de noordkust van Wales. Om er te komen moest ik de Maine Strait door, het nauwe vaarwater tussen het eiland Anglesey en het vasteland van Wales, en dat vereiste een zeer nauwkeurige planning. Vanwege de gecompliceerde vloedstromen in dit deel van de Ierse Zee stroomde het in de Maine Strait zeer hard en op één plek, de stroomversnelling de Swells, was het ronduit gevaarlijk om er te varen als de vloed- of ebstroom het hardst liep. De vaargids adviseerde om er alleen bij doodtij, dus rond de kentering, door te varen.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 23Landhuis op de noordoever van de Maine Strait.

De havenmeester zei dat ik het beste een kwartier na de opening van de havendeur kon vertrekken, dan had ik ruim anderhalf uur stroom in de rug en was ik even voor hoog- water bij de Swells. Het was weer schitterend weer en het uitzicht op de grotendeels beboste oevers, waar fraaie land- huizen stonden, was heel mooi. Bij de Swells had ik echter al mijn aandacht nodig voor de navigatie. In de vaargids stond een foto van een jacht dat hier op de klippen was gelopen en zo wilde ik in ieder geval niet eindigen. Alles ging goed, maar wat ik minder leuk vond was dat vlak voor de passage de snelheid van het schip plotseling afnam. Het werd daardoor minder goed bestuurbaar. Er dreven nogal wat waterplanten en wierveldjes en ik vermoedde dat er iets voor de kiel of het roer was blijven hangen. Toen ik in wat rustiger water kwam, ben ik even achteruit gevaren om de ballast kwijt te raken. Dat hielp, de snelheid was daarna weer normaal.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 24Uitlopers van de Snowdonians, een paar mijl voor Conwy.

Door de sterke stroom stond er in de oostelijke monding van de Maine Strait een vervelende golfslag. De wind, die wat sterker was dan de vorige dagen, was oost en daarom pal tegen, maar toen ik het eilandje voor de monding had gerond, werd mijn koers zuidoost en kon ik tot aan de rivier waaraan Conwy lag, lekker zeilen. De hoge uitlopers van de Snowdonians liepen hier tot aan de zee en het uitzicht op de kust was overweldigend.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 25De jachthaven van Conwy.

De jachthaven lag een kilometer of twee voor Conwy, maar vlak langs de rivier onderaan de beboste kliffen liep een schitterend fiets-voetpad naar het stadje toe. De volgende dag heb ik eerst het kasteel bezocht, ook hier een goed geconserveerde ruïne waarvan alleen de muren en torens nog overeind stonden. Daarna heb ik het schilderachtige stadje verkend en een leuke wandeling gemaakt over de middeleeuwse stadsmuren. ‘s Avonds heb ik een mooi fietstochtje gemaakt over het fietspad dat pal onder de hoge rotsen langs de kust naar het westen liep.
600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 26Uitzicht over de rivier vanaf Conwy Castle.

De volgende morgen ben ik weer naar het stadje gefietst, nu om een paar oude huizen te bezoeken: een ruim 700 jaar oude koopmanswoning en een laat-16e-eeuws stadpaleis dat qua bouwstijl veel weg had van de herenhuizen die in die tijd in Antwerpen werden gebouwd. De rijke koopman die het had laten bouwen was daar geweest en wilde net zo’n prestigieus huis hebben als de rijke Antwerpenaren. Na mijn bezoek aan het grootste huis van Conwy heb ik het kleinste huis van de stad en van heel Groot-Brittannië bezocht. Het was een piepklein, tegen de stadsmuur gebouwd huisje met één kamer, van ongeveer 2 bij 2.5 meter, en een vlierinkje waar net ruimte was voor een bed. De laatste bewoner was een oude visser. Vergeleken met hem leef ik op de boot heel wat ruimer.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 27Wachtende bezoekers voor het kleinste huisje van Groot-Brittannië.

’s Middags heb ik de stad verruild voor de natuur. Over de Conwy Mountains, waar ik vanaf de boot een mooi uitzicht op had, liep een pad dat over en om de toppen van de bergen slingerde. Aan alle kanten was het uitzicht schitterend. Als laaglandbewoner ben ik altijd weer onder de indruk van dit natuurschoon. In Nederland is de mens duidelijk de baas over het landschap, hier voelde ik me vrij nietig, meer nog dan op volle zee.

600 pixels Nehalennia Hebriden deel 3 28Hoog in de Conwy Mountains geniet ook deze raaf van het schitterende uitzicht.

De volgende dag wilde ik naar Liverpool en ’s avonds heb ik mijn reis voorbereid. Hoe de tocht naar Liverpool is verlopen en wat ik in die stad heb beleefd, kun je in de februari-Geus lezen.

Jaap van der Harst

Over ons

WSV 'De Watergeuzen' is opgericht in het jaar 1928. De vereniging beheert drie havens. De haven aan de Diemerzeedijk met het clubhuis en de winterstalling vormt het middelpunt van de vereniging. De twee andere havens zijn in Vinkeveen en in Durgerdam.

Search